Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Palal, de zoon van Uzai, tegen den hoek, en den hogen toren over, die van des konings huis [44]uitsteekt, die bij den voorhof der [45]gevangenis is; na hem Pedaja, de zoon van Paros; 43. Versta, verbeterde den muur tegenover den hoek. 44. Hebreeuws, uitgaat; en zo vs.26. 45. Zie onder, hfdst.12 vs.39, en Jer.32:2.